naar de inhoud
alle berichten

Ontdeck de held (inn) en van Enckhuysen

Beroemdheden uit de Gouden Eeuw

Op deze pagina ontdek je diverse beroemdheden uit Enckhuysen tijdens de Gouden Eeuw, zeg maar de film- en popsterren van die tijd!

Enkhuizen wordt al eeuwen bewoond door een betrokken, heldhaftig en mondig volkje. Enkhuizers houden niet van dwang, maar wel van vrijheid en het benutten van kansen, zo ook Nieuwsgierig Aagje.

Deze hoofdpersoon uit een nationaal bekende 17e eeuwse klucht uit Enkhuizen ging ook op pad! Wees net zo nieuwsgierig als ons Aagje en ontdek Enckhuysen!

Ontdek de overgebleven schatten en gebouwen uit die tijd, maar ontdek ook de grote helden en heldinnen. We kennen allemaal de wereldberoemde helden, zoals Bernardus Paludanus, Lucas Waghenaer en Jan Huygen Van Linschoten, maar hoe was het om zeemansvrouw te zijn in die tijd? Of een ‘gewone man’, een doorsnee burger?

Ontdek de held (inn) en van Enckhuysen…

Kluchtigh Avontuurtje van 't Nieuwsgierigh Aeghje van Enckhuysen

Twaalfjarig Bestand

Ten tijde van de 80-jarige oorlog (1568-1648) was Nederland verdeeld in de Noordelijke Nederlanden en de Zuidelijke Nederlanden. Toen in 1609 besloten werd tot een wapenstilstand, het Twaalfjarig Bestand, waren veel bewoners van de Nederlanden voor het eerst in 40 jaar tijd in staat om familie te bezoeken, die in het andere deel van de Nederlanden woonde. Dit gold ook voor Aagje uit Enkhuizen. Zij wilde uit nieuwsgierigheid graag eens Antwerpen in de Zuidelijke Nederlanden bezoeken.

Antwerpen
Die gelegenheid deed zich voor toen ze mee kon met een vriend van haar man. Hij was schipper en heette Freekbuur. Hij vertrok naar Antwerpen en Aagje mocht na toestemming van haar man mee. In Antwerpen aangekomen moest Freekbuur een aantal zaken regelen, en hoewel hij Aagje vroeg op het schip te blijven wachten, ging Aagje uit nieuwsgierigheid de straat op. Ze werd daar aangesproken door een man met de woorden: “Goededag, mijn nichteken”. Door deze woorden dacht Aagje meteen dat de man haar neef Jan van Spanjen was, over wie ze veel gehoord had. Maar de man was haar neef niet en “nichteken” was een normale manier om een meisje te begroeten in de Zuidelijke Nederlanden. Aagje wist dit niet en vertelde alles over zichzelf.

Nieuwsgierig Aagje kijkt uit het raam, op een gevelsteen van het Snouck van Loosenhuis aan de Dijk.

Honderd gulden
Ze vertelde waar ze vandaan kwam en ze vertelde ook dat ze honderd gulden op zak had. De Brabander vond dit geldbedrag interessant en besloot Aagje de stad te laten zien. Al gauw kwamen ze in een kroeg terecht, waar de man Aagje dronken voerde. Uiteindelijk werd Aagje zo dronken dat ze in slaap viel. De man pakte haar geld af en kocht er samen met zijn vrienden allemaal drank van. Toen hij Aagje van haar geld, sieraden en kleren had beroofd, besloot de man haar in andere kleren ergens op de stoep van een deftig huis achter te laten.

Schaamte
Toen ze weer bij kennis kwam, stonden er allemaal mensen om haar heen. Ze vroeg deze mensen naar haar neef Jan van Spanjen. Niemand wist wie dat was en uiteindelijk werd ze gevonden door schipper Freekbuur. Toen kwam ze er achter dat ze van haar honderd gulden bestolen was. Aagje schaamde zich een ongeluk en keerde bedroefd weer met Freekbuur terug naar Enkhuizen. De nieuwsgierigheid om in haar eentje Antwerpen te ontdekken kwam Aagje dus duur te staan. De uitdrukking ‘nieuwsgierig aagje’ leeft in het hedendaagse Nederlands nog steeds voort.

Een welvarende en bruisende stad trekt markante bewoners zoals Bernardus Paludanus



De scheepvaart, handel en visserij maakten van Enkhuizen een bruisende stad.In het begin van de zeventiende eeuw komt een grote stadsuitbreiding tot stand. De Koepoort verhuist van de Nieuwmarktspijp naar haar huidige plek. De Vest wordt aangelegd en samen met de bastions vormt dit een voorbeeld van vestingbouwkunde. Daarnaast worden woningen, pakhuizen en schepen gebouwd. De bruisende Haringstad trekt enkele bijzondere portretten aan of brengt deze voort.

Eén van hen is plantkundige doctor Bernardus Paludanus (of eigenlijk Berend ten Broecke), die zich in 1586 als stadsdokter in Enkhuizen vestigt. Hij heeft een kruidentuin met vreemdsoortige gewassen en verzamelt rariteiten uit alle oorden van de wereld. Veel vreemdelingen en zelfs vorsten komen naar Enkhuizen om de tuin en zijn rariteitenkabinet te bekijken.

In 1591 doen de curatoren van de Leidse Universiteit een vergeefse poging om hem te winnen voor de hortus medicus in Leiden. Paludanus is bevriend met Jan Huygen van Linschoten en Lucas Janszoon Waghenaer. Paludanus sterft in 1633 op ruim 82-jarige leeftijd en ligt begraven in de Zuiderkerk.

Jan Huygen in de ton...

Jan Huygen van Linschoten (1563-1611)

Deze Enkhuizer kopieerde niet alleen de geheime Portugese zeekaarten in het archief van de aartsbisschop van Goa (India), maar ook de gegevens over de route naar de Oost en de meest winstgevende handelsproducten
en havens. Dit publiceerde hij in 1596 in zijn Itinerario.

Hierin beschrijft hij ook de reizen van zijn vriend
Dirck Gerritszoon Pomp, bijgenaamd Dirck China, een andere Enkhuizer die hij in Goa ontmoette. Het Itinerario is vertaald in het Engels, Frans, Duits en Latijn.

Van Linschoten nam deel aan 2 mislukte expedities om een doorgang rond de Noordkaap richting de Oost Indien te vinden.

Het beschimpende liedje ‘Jan Huygen in de ton’ vindt daar zijn oorsprong.

Lucas Waghenaer, bedenker van de allereerste zeeatlas

Lucas Waghenaer (1533-1606)

Een tijdgenoot van Jan Huygen van Linschoten is Lucas Janszoon Waghenaer (1533-1606).

Waghenaer is door zijn vele zeereizen een zeer ervaren stuurman en van grote verdienste voor de ontwikkeling van de Nederlandse zeevaart in de 16e en 17e eeuw. Waghenaer voltooit omstreeks 1580 de 23 kaarten voor het eerste deel van zijn Spieghel der Zeevaerdt (opgedragen aan Prins Willem van Oranje) en levert met deze allereerste zeeatlas ter wereld origineel werk af en kopieert niet naar bestaande bronnen. Zijn zeekaarten gelden lang, ook bij de Engelsen, als standaardwerken.

Bij de bewerking ervan is hij bijgestaan door Jan Huygen van Linschoten en Franciscus Maelson, die grote belangstelling aan de dag legt voor de bevordering van de scheepvaart door de Enkhuizers.

Ook de door Waghenaer fraai gegraveerde plattegronden van Enkhuizen uit 1577 en 1598 zijn het vermelden waard.

Paulus Potter, Hollandse meesterschilder

Paulus Potter (1625-1654)

Hoewel hij slechts zijn eerste drie levensjaren in Enkhuizen doorbrengt is de stad trots op kunstenaar Paulus Potter, zoon van Pieter Symonsz Potter en Aechtie Pouwels.

Potter is één van de Hollandse meesters die lid is van het Delfste Lucasgilde. Potter is vooral belangrijk door zijn dierenschilderijen, waarop meestal Hollandse weidelandschappen met geiten, schapen en koeien zijn afgebeeld.

Hoewel hij slechts 28 jaar oud wordt, laat hij meer dan 100 schilderijen achter, waarvan De Stier de bekendste is. De Stier hangt in het Mauritshuis in Den Haag. Verder zijn Potter’s werken te zien in de Hermitage in Sint Petersburg, de National Gallery in Londen en het Amsterdamse Rijksmuseum.

Ook in het stadhuis van Enkhuizen is een Potter terug te vinden, De Zwijnenjacht, naast het portret van Potter.

Een markant Enkhuizer echtpaar

Zacheus de Jager en Margaretha van Berensteyn

Een markant Enkhuizer echtpaar wordt gevormd door medicus en wetenschapper Zacheus de Jager en zijn vrouw Margaretha van Berensteyn.

Het echtpaar behoort tot de rijkste bovenlaag van de stad. Helaas loopt het huwelijk in 1649 uit op een grote ruzie, die in die tijd het gesprek van de dag moet zijn geweest. Uiteindelijk verlaat Margaretha haar man en neemt al haar spullen mee. Los van dit turbulente huwelijk heeft De Jager een belangrijke bijdrage geleverd aan de wetenschap van de anatomie.

Hier is een schilderij van bewaard gebleven. Dit is bijzonder, omdat er slechts tien van Rembrandt de beroemdste is. Deze anatomische lessen staan symbool voor het innovatieve karakter van Nederland in de gouden eeuw en markeren het begin van de empirische wetenschap.

Voor het eerst komen mensen in Europa los van het allesomvattende idee van God. De Bijbel is niet langer de verklaring voor alles. De mens gaat op zoek naar de tastbare werkelijkheid en keren het lichaam binnenstebuiten.